Sociaal Domein
Bedragen in € 1 mln. | begroting | jaarrekening |
Externe kosten sociaal domein | 2021 | 2021 |
Jeugd IB H10/SBJH + ov. | 0,5 | 0,3 |
Jeugd RTA+vervoer+lokaal | 11,7 | 11,2 |
Jeugd subsidies | 3,5 | 3,5 |
Jeugd LTA | 0,5 | 0,5 |
PGB Jeugd BG | 0,6 | 0,6 |
Wmo ZIN begeleiding | 2,2 | 2,3 |
Wmo ZIN hulp bij hh | 3,0 | 3,1 |
Wmo voorzieningen | 1,6 | 1,6 |
Wmo eigen bijdrage | -0,2 | -0,2 |
Wmo overig | 0,5 | 0,3 |
PGB Wmo HH | 0,1 | 0,1 |
PGB Wmo BG | 0,1 | 0,1 |
Wmo subsidies | 1,6 | 1,6 |
Participatie | 1,3 | 0,7 |
Totaal externe kosten sociaal domein | 27,0 | 25,8 |
Toelichting
Jeugd
De voornaamste verklaring voor de onderschrijding op jeugd komt voort uit de kosten voor regionaal gecontracteerde jeugdhulp (via het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden). Deze zijn € 446K lager dan waarmee in de bijgestelde begroting (najaarsnota) rekening is gehouden. Deze bijstelling in de najaarsnota is gebaseerd op de prognose van het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden zoals die op dat moment bekend was. Voor de regio Haaglanden laten de cijfers van het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden in 2021 een gemiddelde kostenstijging zien van 5,3%. Voor onze gemeente is dit 1,9%. Dit is lager dan het indexatiepercentage van 3,24%.
Wmo
De kosten voor 2021 zijn conform de prognose die bij de najaarsnota is opgesteld. De kosten voor begeleiding Wmo zijn gedaald. De kosten voor hulp in het huishouden zijn gestegen. In 2022 gaan we een nieuwe beheersmaatregel ontwikkelen om deze stijgende kostenontwikkeling voor hulp in het huishouden af te doen vlakken.
Participatie
Het voordeel op participatie wordt voornamelijk verklaard door een overschot op de rijksbijdrage BUIG (bijstandsuitkeringen). Het BUIG is bedoeld voor de betaling van uitkeringen en loonkostensubsidies. Het uitgangspunt is dat het BUIG toereikend is om de uitkeringslasten te betalen. Het BUIG wordt opgesteld volgens een zogenaamd objectief verdeelmodel, waarmee de 'kans op bijstand' wordt berekend. Een tekort of een overschot vormt een goede indicatie voor de kwaliteit van de uitvoering.
Interventieplan
Om meer grip te krijgen op de stijgende kostenontwikkeling in het sociaal domein is het interventieplan ‘Grip op het sociaal domein in Pijnacker-Nootdorp’ 2020 -2022 opgesteld. Onze invloed zit met name in het beperken van het volume (Q) en de intensiteit (I). Er is minder invloed op prijsontwikkelingen (P).
In totaal zijn 28 beheersmaatregelen uitgewerkt. Deze hebben betrekking op de volgende knoppen:
Meer grip op de toegang tot jeugdhulp.
Stellen van normen.
Meer sturen op de zakelijke samenwerking met aanbieders.
Minder individueel maatwerk door de inzet van basisvoorzieningen en collectief aanbod.
Inwoners meer aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid/normalisering.
Deze maatregelen moeten resulteren in betere beheersbaarheid en lagere kosten. We verwachten hiermee in eerste aanleg een kostenbesparing te realiseren van € 750.000 in 2021 en van € 1.250.000 in 2022 en verder.
De onderstaande tabel laat een afvlakking van de kostenstijging zien. Na het eerste jaar uitvoering lijkt het interventieplan zijn vruchten af te werpen. Toch willen we voorzichtig zijn bij het trekken van (te vroege) conclusies. Een deel van de afvlakking van de kostenstijging kan ook andere oorzaken hebben, zoals het effect van corona op de dienstverlening.
Bedragen in € 1 mln. | R2020 | R2021 |
Wmo | 8,8 | 8,7 |
Jeugd | 15,4 | 15,5 |
PGB Wmo HH | 0,1 | 0,1 |
PGB Wmo BG | 0,1 | 0,1 |
PGB Jeugd BG | 0,7 | 0,6 |
Participatie | 0,8 | 0,7 |
Totaal | 25,8 | 25,8 |
Voor meer gedetailleerde resultaten van het interventieplan wordt verwezen naar de tweede voortgangsrapportage. Deze is in Q2 2022 opgesteld. De raad is hierover met een informatienota geïnformeerd. Deze voortgangsrapportage bevat de resultaten van de genomen beheersmaatregelen tot 1 januari 2022. Over de verdere resultaten en eventuele bijsturing van de beheersmaatregelen zal via de reguliere P&C cyclus aan de raad worden gerapporteerd bij de jaarrekening en bij de najaarsnota. Het eerstvolgende rapportagemoment betreft de najaarsnota jaarrekening 2022. Hierin zal over het voorloige resultaat in 2022 worden gerapporteerd.
Overige activiteiten
In 2021 waren er naast de reguliere werkzaamheden ook drie activiteiten van tijdelijke aard die door de gemeente zijn uitgevoerd: de ondersteuning van gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire (KOT), de tijdelijke ondersteuning in noodzakelijke kosten (TONK) en de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo).
Voor de ondersteuning van gedupeerden van de KOT waren op 31-12-2021 171 potentieel gedupeerden bij de gemeente bekend en waren er 25 plannen van aanpak opgesteld. Financieel heeft dit de volgende effecten op de jaarrekening 2021:
A te declareren SPUK vergoeding: | |
Inzet uren | € 87.124 |
Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen | € 30.281 |
Normvergoedingen voor ondersteuning | € 151.680 |
Externe kosten | € 1.839 |
Normvergoedingen kwijtscheldingen | € 11.850 |
Totaal A: | € 282.774 |
B SPUK vergoeding ingezet op: | |
Inhuur | € 80.945 |
Kwijtscheldingen | € 30.281 |
Externe kosten | € 1.839 |
Totaal B: | € 113.065 |
Resultaatbestemming (A -/- B) | € 169.709 |
In het kader van de regeling Tijdelijke Ondersteuning in Noodzakelijke Kosten zijn in 2021 25 huishoudens geholpen waarvan het inkomen als gevolg van corona was gedaald met 15% of meer. De totale kosten bedroegen € 66.409. Via de corona compensatie pakketten van het Rijk is de gemeente voor deze kosten gecompenseerd.
De Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (Tozo) liep t/m september 2021. Gedurende 2021 is er voor € 2,0 miljoen aan uitkeringen voor levensonderhoud uitgekeerd (214 aanvragen, inclusief heffingen en premies) en is er voor € 119.000 aan kredieten verstrekt (22 aanvragen). De gemeente wordt hiervoor 100% door het Rijk gecompenseerd. Aan vergoedingen voor uitvoeringskosten resteert € 12.000. Middels resultaatbestemming wordt er voorgesteld dit in 2022 alsnog beschikbaar te stellen.